L’article a été tiré de ce journal.- Het artikel werd uit deze krant getrokken.

De l’origine de la couleur KAKI.

     La couleur-kaki – tant à la mode depuis la guerre – et aussi adoptée pour les uniformes militaires dans la plus grande partie des armées actuelles, a une originalité caractéristique.

     On assure, que le kaki (couleur) vient de l’Inde, où, il y a 90 ans (maintenant beaucoup plus), les troupes anglaises d’occupation étaient vêtues de blanc.

     En 1848, un bataillon de soldats anglais fut promptement contraint, par suite d’une attaque, à passer à gué, une large rivière boueuse. Sans même avoir le temps de sécher, ils devaient, tout recouverts qu’ils étaient d’une couche boueuse jaunâtre, pousser vivement le combat contre les indigènes.

     On constata plus tard, que les pertes subies par ce dernier bataillon étaient moindre que celles subies par les bataillons blancs et depuis, l’on introduisit la couleur-kaki dans les troupes coloniales britanniques.

     Quant à la signification du mot, celui-ci provient du mot indien « Khak », ce qui veut dire « étoffe ».

De oorsprong van de Kaki-Kleur.

     De kaki-kleur, die sedert den oorlog zoozer in de mode is gekomen en thans de kleur is waarin de uniformen van de meeste legers worden vervaardigd, heeft een eigenaardigen oorsprong.

     Men verzekert, dat de kaki-kleur uit Indië komt, waar zoo wat negentig jaar geleden (handhavend veel meer), de Engelsche bezettingstroepen in het wit gekleed waren. In 1848, werd daar een bataljon soldaten bij een aanval gedwongen ijlings een breede slijkerige rivier te doorwaden. Zonder dat deze soldaten den tijd hadden zich te drogen moesten zij, overdekt als zij waren met een geelachtige laag slijk, den strijd tegen de inlanders voortzetten. Men stelde later vast, dat de verliezen van dit bataljon geringer waren dan deze van de witte bataljons. En van dan af voerde men de kaki-kleur bij de Britsche Koloniale troepen in.

     Wat het woord zelf betreft, het komt voort van het indische woord « khak », wat wil zeggen : « stof ».